dinsdag 30 september 2014

Où se trouvent-ils en Europe?... Au chapitre historiographie... Les catholiques...

Par eXemple:

http://www.streventijdschrift.be/historiek.htm

[...]

In het tweede nummer, februari 1932, verschijnt een redactioneel 'Ons standpunt', dat de bedoelingen van het blad nader motiveert:

'Er wordt dikwijls, en niet ten onrechte, geklaagd over de godsdienstige en maatschappelijke onvruchtbaarheid van het middelbaar katholiek onderwijs. (...) Hoe komt het dat zoovelen tusschen hunne rhetorica en hunne veertig, vijftig jaar aan allen katholieken invloed, aan elken leidenden rol hebben verzaakt, en de verantwoordelijke plaatsen overlaten aan hen die geen katholieke opvoeding genoten? (...) Eene van (de oorzaken) is toch het gemis aan intellectueel leven en belangstelling bij de oud-studenten onzer vrije gestichten. Aan dat gemis willen en zullen wij verhelpen, Streven moet worden het brandpunt van een nieuw, jong en sterk kultuurleven bij onze oud-studenten'.

[...]

De katholieken in Nederland hadden op dat ogenblik nog slechts één dagblad, De Tijd, en één algemeen tijdschrift, De Katholiek. Verwonderlijk is dat niet, als men rekening houdt met de omstandigheid dat de bisschoppen lezen eerder als gevaarlijk beschouwden dan bevorderden. Zo was bijvoorbeeld de vastenbrief van mgr. J. Zwijsen van 1867 geheel gewijd aan het lezen van slechte boeken en bladen, waartegen streng werd gewaarschuwd. Oproepen om de katholieke pers te lezen en te ondersteunen ontbraken nog; de bisschoppen gaven er de voorkeur aan dat er niet werd gelezen. Mede daardoor vonden zij dat er geen plaats was voor verschillende bladen naast elkaar. Joachim George Le Sage ten Broek, de pionier van de Nederlandse katholieke pers, die in de eerste helft van de 19e eeuw het initiatief had genomen tot de uitgave van de eerste katholieke tijdschriften en de eerste katholieke krant, de Roomsch catholijke courant, kwam dan ook onmiddellijk in verweer, toen in 1837 de boekverkopers Ten Hagen in Den Haag het plan hadden opgevat om een nieuw tijdschrift voor katholieken uit te geven. Aan de vice-superior Antonio Antonucci schreef hij dat een nieuw tijdschrift zeer nadelig zou zijn voor het door hem uitgegeven blad De Godsdienstvriend, 'car notre Pays n'est pas assez grand pour pouvoir espérer un succès convenable à l'un et à l'autre'3. Zijn protest kon het verschijnen van het nieuwe blad, het Godsdienstig, geschied- en letterkundig tijdschrift voor roomsch-katholieken (voorloper van De Katholiek) echter niet tegenhouden. En toen in 1868 in Rotterdam De Maasbode als weekblad begon, probeerde het dagblad De Tijd bij het episcopaat te bewerkstelligen dat deze nieuwkomer nooit toestemming zou krijgen om dagelijks te verschijnen. In de ogen van De Tijd was er geen plaats voor een tweede landelijk katholiek dagblad.

Te zelfder tijd werd er echter binnen de katholieke kerk ook voor gepleit om geloof en kerk in geschrift te verdedigen tegen de steeds fellere aanvallen van liberalisme, rationalisme en socialisme. Toen paus Pius IX in 1867 daartoe opriep, werd dat in Nederland onder meer beantwoord door het driemanschap van H.J.A.M. Schaepman, W.J.M. Nuijens en E.P.J. van der Hurk. Zij richtten de Katholieke Nederlandsche Brochuren-Vereeniging op en gaven vanaf 1868 een reeks brochures uit. De serie werd geopend door De geest der eeuw en de geest der waarheid van Nuijens. Onder de Nederlandse jezuïeten, die buiten de redactie van De Katholiek waren gebleven, leefde hetzelfde plan en zij begonnen een half jaar later met de uitgave van Studiën.

Tot in 1941 werd Studiën voortgezet. In totaal 73 jaargangen verschenen dankzij de zorg van de achtereenvolgende redactiesecretarissen S. van den Anker (1868-1894), G. van Heyst (1894-1915), I. Vogels (1915-1920), G. Gorris (1920-1921), H. Duurkens (1921-1938) en L. de Jonge (1938-1941)4. Langzaam aan kreeg het blad duidelijker het karakter van een tijdschrift. Vanaf 1875 verschenen naast de afzonderlijke Studiën ook kleinere actuele bijdragen onder de titel Losse bladen. Na enkele jaren werden deze Losse bladen samengevoegd met Studiën, die voortaan doorlopend gepagineerd werden en uiterlijk meer en meer het aanzien van een tijdschrift kregen. Het redactiearchief is tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nijmegen verloren gegaan. Bij het voltooien van het honderdste deel in 1924 gaf H. Duurkens een terugblik en hij vertelde dat op de redactievergaderingen en op de bijeenkomsten van de medewerkers voortdurend stemmen opgingen die op kortere, meer bevattelijk geschreven en meer actueel gehouden bijdragen aandrongen. Het aantal ontwikkelde katholieken nam toe en daarmee de behoefte aan een tijdschrift waarmee zij zich op de hoogte konden houden van ontwikkelingen in wetenschap en samenleving. Aan die wens probeerde Studiën te voldoen.

[...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten