woensdag 10 juli 2013

Benelux...

2. HET NIEUWE BENELUX-VERDRAG VERZEKERT ACTIEVE
EN ACTUELE BENELUX
Nederland, België en Luxemburg hebben op 17 juni 2008 in de Ridderzaal in Den
Haag het nieuwe Benelux-Verdrag getekend. Het nieuwe Verdrag is bedoeld om de
samenwerking tussen de drie landen te moderniseren en te versterken.
Het nieuwe Verdrag onderscheidt zich op een aantal plaatsen significant van het
oude. Op de eerste plaats is het veel beknopter. Was het Verdrag van 1958 nog een
gedetailleerd Verdrag met 100 artikelen , een overgangsovereenkomst , een uitvoerings
-en een ondertekeningsprotocol, het nieuwe Verdrag heeft meer het karakter van een
raamovereenkomst met “slechts” 40 artikelen. Dit zorgt voor meer flexibiliteit om zich
aan te passen aan de veranderde internationale en maatschappelijke context.
Was het Verdrag van 1958 afgesloten voor een periode van vijftig jaar, het huidige
Verdrag is voor onbepaalde tijd afgesloten, wel kan het worden opgezegd met een
opzegtermijn van drie jaar. Opzeggen kan voor het eerst tien jaar na de inwerkingtreding
van het Verdrag.
Nieuw is ook dat de beginselen veel korter en krachtiger worden geformuleerd. De
Benelux-samenwerking wordt in de functie van de Europese samenwerking gesteld. Er
is een focus op drie hoofdthema’s: economie/markt, duurzame ontwikkeling en justitie
en binnenlandse zaken. De samenwerking binnen de Benelux op het vlak van jeugd valt
onder het thema “duurzame ontwikkeling”.

Ook is in het Verdrag van 2008 de politieke aansturing beter verankerd en dit door
het vastleggen van het opstellen van een werkprogramma en een jaarplan dat door
het Comité van Ministers dient te worden goedgekeurd. Er werd trouwens bij de
ondertekening ook een gemeenschappelijk werkprogramma 2009-2012 vastgesteld.
Wat betreft het jeugdbeleid vermeldt dit werkprogramma het volgende: ”De afstemming
van standpunten in het jeugdbeleid in de internationale fora wordt voorgezet. Binnen
de prioriteiten van het Europese jeugdbeleid zal gewerkt worden aan betere kennis
van en over jeugd en participatie van jongeren. Ervaringen en “best practices” worden
verder uitgewisseld.”
Daarenboven is het aantal in het Verdrag vastgelegde structuren sterk verminderd.
Bepaald wordt dat er slechts vijf instellingen van de Benelux zijn: het Benelux Comité
van Ministers, de Benelux Raad, de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, het
Benelux-Gerechtshof en het Secretariaat-generaal. Daarmee is de in het oude verdrag
vastgelegde starre structuur van commissies en bijzondere commissies niet meer
verplichtend voorgeschreven.
Belangrijk tenslotte is ook dat het nieuwe Verdrag de mogelijkheid voorziet om samen
te kunnen werken met staten, deelstaten en andere bestuurlijke entiteiten die grenzen
aan het grondgebied van de Benelux. Van deze mogelijkheid is prompt gebruik gemaakt
voor een samenwerking met de Duitse deelstaat Noord-Rijn Westfalen.
Meer informatie op www.benelux.int
https://nl.wikipedia.org/wiki/Benelux

Geen opmerkingen:

Een reactie posten