vrijdag 22 maart 2013

Un livre...

... parce que j'étais dans la presse belge ce matin...

In 'Het verdriet van België' kan het hele volk zich herkennen

OPINIE − 15/03/13

"In zijn enthousiasme spant Guy Verhofstadt het magnus opum van Hugo Claus iets te strak voor het karretje", vindt Kevin Absillis, docent moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Antwerpen. Hij is co- auteur van de pas verschenen bundel 'De plicht van de dichter: Hugo Claus en de politiek.'

Op 14 maart 2013 is het op de dag af dertig jaar geleden dat Hugo Claus' magnum opus Het verdriet van België verscheen. Op 19 maart 2013 zal het bovendien precies vijf jaar geleden zijn dat de aan Alzheimer lijdende schrijver soeverein te kennen gaf: 'Tètitatutis'. Laten we Claus vorstelijk gedenken, maar niet vergeten zijn werk te lezen.

Dat een vooraanstaand politicus als Guy Verhofstadt zijn bewondering voor Hugo Claus en diens magistrale roman op aanstekelijke wijze blijft etaleren (DM magazine 9/3), valt toe te juichen. De literatuur kan vandaag niet genoeg om haar politieke betekenis worden geprezen. Al te vaak wordt ze door vriend en vijand opgesloten in een cocon: vriend schermt in dit verband doorgaans met een 'heilige autonomie', vijand schiet dan weer op 'ivoren torens'. In zekere zin was dit voor Claus altijd een cruciaal dilemma: hoe kan de schrijver een totale vrijheid najagen zonder de maatschappelijke impact van zijn teksten te verkleinen? Hoe kan hij compromisloos literair zijn zonder, al dan niet vrijwillig, in een reservaat te eindigen?

In 1963 vatte Hugo Claus de belangrijkste paradox van zijn schrijverschap trefzeker samen in Het teken van de hamster. In de aanhef van dit lange lijfgedicht belooft hij om 'verstaanbaar weerstaanbaar' te zijn. Lees: begrijpelijk voor wie zijn verzen tegemoet durft te treden. Die verzen vervullen immers niet de gladde ambitie om 'onweerstaanbaar' te zijn, de dooddoener waarmee gehaaide reclamejongens hun producten aanprijzen. Ze willen weerstaanbaar zijn, zich niet zomaar gewonnen geven. In het verlangen naar een publieke literatuur bleef Claus zo te allen tijde de specificiteit van zijn medium verdedigen. Uiteindelijk kwam de 'weerstaanbaarheid' van de literatuur voor Claus neer op een kwestie van integriteit. Hij kon de werkelijkheid niet ervaren als eenvormig, transparant of rechtlijnig en vond haar onverzoenbaar met boodschappen die zich naar eenduidigheid en transparantie plooiden.

Dit maakt een politieke lectuur van Claus' werk niet minder gerechtvaardigd. Als zo'n lectuur boeiende resultaten wil opleveren, dan is de voorwaarde wel dat interpreteren niet met recupereren wordt verward. In al zijn enthousiasme voor Het verdriet van België dreigt Guy Verhofstadt een gelaagde tekst te reduceren tot een handvol argumenten. Zo adviseerde hij in deze krant: "Het verdriet van België is benchmark geworden voor alle verdriet. Niet het minst voor het verdriet van Europa, dat niet loskomt van het nationalisme. Waar identiteit nog steeds het toverwoord is. Zij die Het verdriet aandachtig hadden gelezen, zouden beter moeten weten." Hier wordt de literatuur net iets te strak voor een karretje gespannen.

Metafooronkunde
Het lijdt geen twijfel dat Claus in zijn grote familieroman afrekent met de ideologie waarmee hij opgroeide. Hij laat onder meer zien dat Vlaamse jongeren opgingen in Duitse heroïek omdat ze systematisch waren gevoed met het soort ridderepiek waarvan kuise maagden en goedendags niet de minst tot de verbeelding sprekende ingrediënten waren. Ook reconstrueert hij hoe een allergie voor onzuiverheid en een fascinatie voor orde menig flamingant tot verwerpelijke daden verleidde. En vanzelfsprekend demonstreert de schrijver "dat er niet zoiets bestaat als een gebeitelde uniforme identiteit", zoals Verhofstadt observeert.

Maar de lezers die er van uitgaan dat het boek alleen rabiate nationalisten, opportunistische Hitlerbewonderaars en naïeve vendeljongens in hun hemd zet, maken het zich te comfortabel. Tegen het eind van de oorlog legt Louis Seynaeve, de held van Claus' roman, zijn nationaalsocialistische uniform af en verruilt hij zijn droom om een 'knaap-uit-één-stuk' te zijn voor de ambitie om schrijver te worden.

Het nieuwe voornemen gaat gepaard met nogal wat 'vuile praat' en een opzichtige identificatie met allerlei 'ontaarde schepsels'. Toch betekent dit niet dat Louis van zijn zuiverheidswaan en fascinatie voor orde is genezen. Zijn schrijverschap blijkt sterk gehecht aan het ideaal van een vlekkeloos en zorgvuldig getrimd 'schoon Vlaams'. Deze normgerichtheid moet bovendien worden verbonden met een diepere frustratie: van jongs af aan heeft Louis de taal systematisch te letterlijk genomen. Zijn metafooronkunde leidt tot misverstanden die hem krenken. Uit de opeenstapeling van vernederingen groeit in hem een hang naar transparantie en beheersbaarheid. Louis wil vat krijgen op alle mysterieuze, bedrieglijke toespelingen. Daarin slaagt hij echter niet. Precies om zijn verdriet te bezweren begint Louis te schrijven.

Verwarrende spiegel
Louis' schrijverschap is dan ook geen 'uitvalsbasis' om te overleven in een 'schijnwereld' van 'flamingantisch opportunisme', zoals Verhofstadt staande houdt. Wie dat gelooft, deelt min of meer de illusies van Louis. Een dergelijke lectuur negeert dat Louis' toevlucht tot de literatuur in het verlengde ligt van het idealisme dat hij nog maar net heeft afgezworen.

In een veilig artistiek reservaat wil Louis in alle rust met een getemde taal de werkelijkheid naar eigen goeddunken vormgeven.

Dat maakt zijn gekoketteer met zijn 'ontaarde' natuur nogal potsierlijk. De bohemien-artiest blijkt al even vatbaar voor de totalitaire verleiding als de jonge nationaalsocialist of de flamingante kleinburger. Bovendien slaagt Louis er niet in om zich los te rukken uit de Vlaamse klei. Zijn verleden haalt hem in, zoals ook de schaduw van zijn (groot)vader over hem blijft vallen. Of Claus zijn fictionele alter ego dit echt verweet, is maar de vraag.

In de verwarrende spiegel die Het verdriet van België ons nog altijd voorhoudt, kan wellicht het héle volk zich herkennen. Dertig jaar na zijn verschijning blijft Claus' roman dan ook relevanter dan ooit. Een steriel monument is het in ieder geval niet geworden. En de schrijver ziet, ziet dat het goed is.

Onder de titel 'De plicht van de dichter' organiseert de Universiteit Antwerpen vandaag een symposium en een debat over Hugo Claus en de politiek. Tot en met 30 maart loopt er een gelijknamige tentoonstelling. Info: clauscentrum.be.

http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1596832/2013/03/15/In-Het-verdriet-van-Belgie-kan-het-hele-volk-zich-herkennen.dhtml

http://fr.wikipedia.org/wiki/Le_Chagrin_des_Belges


Ce passage est intéressant:

Dat een vooraanstaand politicus als Guy Verhofstadt zijn bewondering voor Hugo Claus en diens magistrale roman op aanstekelijke wijze blijft etaleren (DM magazine 9/3), valt toe te juichen. De literatuur kan vandaag niet genoeg om haar politieke betekenis worden geprezen. Al te vaak wordt ze door vriend en vijand opgesloten in een cocon: vriend schermt in dit verband doorgaans met een 'heilige autonomie', vijand schiet dan weer op 'ivoren torens'. In zekere zin was dit voor Claus altijd een cruciaal dilemma: hoe kan de schrijver een totale vrijheid najagen zonder de maatschappelijke impact van zijn teksten te verkleinen? Hoe kan hij compromisloos literair zijn zonder, al dan niet vrijwillig, in een reservaat te eindigen?

http://fr.wikipedia.org/wiki/Guy_Verhofstadt

Engagement européen

En 2004, il est un des favoris pour prendre la succession de Romano Prodi à la tête de la Commission européenne, soutenu notamment par le Président français Jacques Chirac et le Chancelier allemand Gerhard Schröder. Mais il se heurte notamment à un refus britannique à cause de son opposition à la guerre en Irak. On lui préfère finalement le Portugais José Manuel Durão Barroso.

De lien en lien, on arrive à la question qui nous intéresse: l'Europe, la construction européenne et comment sortir de la crise? Au chapitre qui fait quoi?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten