donderdag 10 januari 2013

Rentmeesterschap - 4 - ...

Wat motiveert mens en samenleving

Het blijft van zeer groot belang om deze diepere vragen te stellen; naar wat duurzaamheid motiveert. Wat daarbij altijd meespeelt, is de meest fundamentele, achterliggende vraag; wat is onze plaats en rol in de schepping?

Christendemocraten redeneren vanuit een verantwoordelijke mensvisie. Doemdenken past ons niet, het tempert het vinden van concrete, praktische, politieke oplossingen. Mensen horen bij de Schepping en zijn een deel van de natuur – zij het met een ‘status aparte’. We mogen er zijn, en we mogen ook gebruik maken van de vruchten van de aarde. Maar wel: in de hoedanigheid van de rentmeester.

Volgens extreme tendensen in de milieubeweging, die toch aanzienlijke invloed hebben en ongeveer tot een bedrijfstak ‘an sich’ verworden zijn, moeten mensen bijna intrinsiek worden beschouwd als ‘indringers’ en vervuilers van de biosfeer, waarvan er vooral teveel zijn, en die je als storende elementen uit de natuur moet verbannen. Dat doet geen recht aan een van de eerste verwijzingen naar rentmeesterschap uit Genesis 2:15: “Toen bracht de HEER God de mens in de tuin van Eden, om die te bewerken en te beheren .”

Een rentmeester is geen eigenaar, maar een beheerder. De aarde is, net als het leven zelf, een geschenk, en dat geeft ons de opdracht om er zorg voor te dragen. Zo is deze opdracht gegrond in het christendemocratische mens en wereldbeeld.

Een directe verwijzing naar rentmeesterschap vinden we ook terug in de Regel van Benedictus uit ongeveer 530 na Christus, dat ‘een abt zich altijd moet bedenken aan wie hij rekenschap zal moeten geven van zijn rentmeesterschap’.

Ik wijs daarbij ook op de encycliek Centesimus Annus van de vorige Paus Johannes Paulus II, waarin hij schrijft: “Het is een taak van de overheid om te zorgen voor de verdediging en bescherming van collectieve goederen, zoals het natuurlijk milieu en het menselijk milieu, waarvan het behoud niet eenvoudig verzekerd kan worden door de mechanismen van de markt.”

En ook de huidige paus Benedictus XVI schrijft in de encycliek Caritas in Veritate, dat ´zorg voor de schepping integraal bij de christelijke levensvisie hoort´.

Overigens is die gedachte natuurlijk ook in andere culturen te vinden. De Noord-Amerikaanse Iroquoi indianen moesten volgens hun wet bij elke beslissing die ze namen, de consequenties ervan tot in zeven generaties overdenken.

Inmiddels zijn we in een andere fase van het milieubeleid beland dan in de jaren zeventig, tachtig. Het belang van duurzaamheid wordt breed gedeeld in het politieke spectrum en in de samenleving. Bedrijven, boeren en brancheorganisaties werken op talloze gebieden samen om schone, innovatieve oplossingen te vinden die het milieu duurzaam ontlasten.

Sociaal Rentmeesterschap

Daarmee kom ik bij de vraag: Wat is nu de kern van rentmeesterschap anno 2011? Wat motiveert mens en samenleving nu tot duurzaamheid?

We zijn gewend aan het idee dat de samenleving een soort contract is: een contract tussen burgers om ons land op een bepaalde manier in te richten, te besturen en met elkaar samen te leven.

De christendemocratie stoelt op de overtuiging dat een samenleving niet alleen een contract is tussen de mensen die nú leven, nú hun stem uitbrengen, en die nú kunnen klagen als er iets gebeurt dat hun belangen schaadt, maar ook een contract is tussen de levenden, onze voorouders, en onze nakomelingen: onze kinderen, en hún kinderen.

Het begrip rentmeesterschap verbindt ons (zowel verticaal in de tijd, als horizontaal in de ruimte) met onze medeburgers, en met de vorige en toekomstige generaties.

We horen vaak over het belang van die toekomstige generaties. Maar ook de vorige generaties spelen een belangrijke rol in dat denken: Opdat wij datgene wat onze ouders en grootouders met veel moeite en zorg hebben bewaard en opgebouwd, niet verjubelen, maar dankbaar bewaren om het na te laten aan onze kinderen.

En precies dáár reikt de missie van rentmeesterschap ook verder dan het fysieke milieu! We laten niet alleen een fysieke leefomgeving na aan onze kinderen, maar ook een maatschappelijke ordening: zij groeien op in een cultuur. De vraag is dus niet alleen: hebben wij een duurzame natuur, maar hebben wij ook een duurzame cultuur? Of zoals in de encycliek ook staat: niet alleen een natuurlijk milieu, maar ook een menselijk milieu.

We zijn niet alleen rentmeesters van de natuur, maar ook van de ordening en de beschaving. Goed rentmeesterschap draait niet alleen om het behoud van de fysieke ecologie, maar ook om behoud van wat je de sociale ecologie zou kunnen noemen: de instituties, tradities en gewoonten die gemeenschappen hanteren.

Die drukken gezamenlijk een vorm van goed leven en samenleven uit die we willen overdragen aan de nieuwe generaties. Juist daarom is goed sociaal rentmeesterschap ook: het onderhouden van het gedeelde fundament van culturele waarden waarop de samenleving rust. En daarbij het meer centraal stellen van onze culturele waarden als een normstellend, richtinggevend kader voor integratie. Zo kunnen we voorkomen dat de samenleving uit elkaar groeit en kunnen we waarden uit onze cultuur overdragen.

Wij weten allemaal dat onze huidige instituties, gewoonten en tradities aan erosie onderhevig zijn. Denk aan woningbouwcorporaties, gehandicaptenzorg, onze Polder, omroep- verenigingen en ziekenhuizen.

Het is onze plicht als goed rentmeester, om hierover na te denken; een analyse te maken over de oorzaken van deze erosie; de verstatelijking, enkele negatieve gevolgen van marktwerking, de afhankelijkheid van overheidsfinanciering , de ontzuiling, de onthechting van de oorspronkelijke achterban, de individualisering… noem maar op.

We zijn allen verantwoordelijk voor de ordening van onze samenleving. We zijn verantwoordelijk voor een contract tussen mensen om ons land op een bepaalde manier in te richten en te besturen en om instituties zo duurzaam mogelijk door te geven aan onze kinderen en achterkleinkinderen.

De SER, het Poldermodel, de produkt- en bedrijfschappen, vakbonden, ze staan allemaal onder druk. Er zijn zelfs partijen die alles willen afschaffen, letterlijk. Maar we moeten juist niet het kind met het badwater weggooien! Er is namelijk zoveel dat wel goed gaat en waar een toegevoegde waarde zit. Kijk alleen al naar het vrijwilligerswerk en al het maatschappelijk initiatief.

Tegelijkertijd moeten we onze overtuigingen ook niet koesteren als zorgvuldig bijgezet antiek: Wij hier allen bijeen moeten onder ogen zien dat de samenleving verandert, en dat gekoesterde instituties soms gediend zijn met een frisse discussie over nut en noodzaak. Daar is niets mis mee, het is goed om zo af en toe het kussen eens op te schudden en kritisch te onderzoeken of het allemaal nog goed is georganiseerd.

Maar voor mij gaat het daarbij om een dieperliggende opvatting van economisch organiseren, waar het niet alleen gaat om het individuele gewin op korte termijn, maar ook zicht is op het algemeen belang en de lange termijn die in onze maatschappelijke organisaties is gewaarborgd.

Voor ons ligt een opdracht bij het vormgeven van een eigentijdse ordening van de samenleving die voortkomt uit onze cultuur die we zorgvuldig door dienen te geven aan onze kinderen en kleinkinderen. Daarom is rentmeesterschap de belangrijkste uitdaging van onze generatie, en daarom schept sociaal rentmeesterschap het kader voor onze belangrijkste maatschappelijke en politieke opgaven. En het goede is dat in nagenoeg alle initiatieven om dit alles te realiseren, zoals ook blijkt uit eerdere delen van mijn betoog, de maatschappij leidend is. Primair zijn het de maatschappelijke organisaties die het voortouw namen en nemen. Van het verzet tegen afvaldumping in het Naardermeer begin vorige eeuw tot de milieubeweging nu. De overheid is niet altijd nodig. Zie ook het initiatief van dit congres.

[...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten